In de serre vallen de eerste zonnestralen.
Een kat ligt op de zwarte motorkap
van onze auto. Het gras glanst, de zwarte koffie
glanst. Schoonvader plukt sperziebonen in de tuin.
Mijn zoon slaapt.
Mijn zoon is een stevig, rond tijgertje,
vier maanden oud. Hij begint de dag rollend,
kwijlend, klauwend. Daarna snort hij
werk ik aan de keukentafel. Er is geen krant,
geen post, geen scheerzeep, geen müsli.
Mijn vrouw slaapt. Slaap maakt haar gelukkig.
Onze zoon slaapt. Slaap maakt hem sterk.
Ik waak en maak babymelk, brood, een gedicht.
Denk aan Allen Ginsberg die ik op tv zag,
voorlezend met zijn vader, óver zijn vader
& zijn moeder, die schizofreen werd.
(1997)