Alle woorden, letters en leestekens
zijn onder de wapenen geroepen
met een onverwachte mobilisatieorder.
Rond het strijdperk
staan de zinnen in slagordes gegroepeerd.
In het gevecht
lopen gegroepeerde slagaders langzaam leeg,
brokkelen geformeerde zinnen langzaam af.
De rode en witte bloedlichaampjes
vormen een leesbaar patroon op papier.
Uiteindelijk vindt de auteur zichzelf terug
aan de overzijde
van het geweer.
(1985)