Een koude ochtend in februari.
Glashelder hamert een specht,
hoog in de boom;
de zuivere lucht
nog verder zuiverend tot enkel
het Nu overblijft.
Dat is het mooiste geluid:
geluid dat reinigt, ruimte maakt,
de lucht vrij maakt van verwachtingen
en reminiscenties. In de flamenco
klepperen de castagnetten
tot de duende daar is.
Mijn achterbuurman is vierennegentig.
In zijn uitgestrekte tuin spaart hij
Spaanse dennen. Terwijl de specht roffelt
schuifelt mijn buurman tussen de bomen.
Zijn vaste ochtendwandeling
is vooral een bezwering.
Een specht is een drummer
die nergens van opkijkt.
Zoals de doan bij het begin
van de meditatie signaleert hij:
wees alert! Voel
de ademhaling, diep
in je buik.
(2013)
Duende: het moment waarop zanger, danser of gitarist volledig opgaat in de muziek en er een magisch moment ontstaat.
Doan: degene die voor een Zen-groep de bel luidt aan het begin en einde van een meditatieperiode.