Meestal zitten ze in de buurt. Ze lijken op vlinders
die als rups uit een ei komen, ontzettend veel moeten eten
en dan van gedaante veranderen.
Je kunt ze meekrijgen met een lokmiddel,
te koop in speciale winkels. Maar iedereen in de buurt
profiteert daarvan mee.
Je moet ze voeren. Voeren zoals je vogels doet
en je vrienden. Alles draait om volstouwen. Als je ze volpropt
worden ze aanhankelijk.
Met krachtvoer breng je de niveaus omhoog
en bevorder je de evolutie. Gras en blaadjes zijn belangrijk,
maar de sterken ontsnappen het eerst.
Hoe meer voetstappen, hoe verder weg ze zijn. En des te verder je gaat,
hoe zeldzamer de vondst. Soms hoef je maar een paar kilometer,
soms wel vijf. Of tien.
Overal houden ze zich schuil. Je moet snel zijn
en slim. En goed navigeren natuurlijk:
met een radar kom je nóg dichterbij.
Soms moet je hard gooien,
soms zacht. Je krijgt extra punten voor hoe je de bal gooit.
Maar wees voorzichtig.
De een is sterker dan de ander en elk type
heeft een natuurlijke omgeving. In de ochtend
is die bovendien vaak anders dan in de avond.
Het brengt je op bijzondere plekken,
maar hou je aan de regels: ga niet op rails en rijbanen, hou je hoofd erbij
en respecteer kerken, begraafplaatsen en musea.
(2022)