De schaamte, altijd
is er de schaamte. Al
als iemand mijn boodschappenlijstje leest,
of mijn emailbericht of
een simpel verzoekschrift.
Laat staan een verhandeling,
notities in de kantlijn van een boek,
een gedicht… Dan kruipt het vanaf de knoop
in de maag naar m’n kop, beneemt
het mij alles.
Tussen de buik en daarboven
gebeurt het. Daartussen
pompt het hart m’n lijf leeg –
zuurstof wordt omgezet
in kleurstof & kriebels.
Zonder verweer
blijf ik, zonder woorden,
zonder grond onder de voeten.
Het gloeit in mijn keelneus&oren:
wíe ben ik, wie bén ik wie ben ík?
(2013)