Met vader mee
de tuin in. “Kijk,”
zegt hij – en zet de fiets
op z’n kop, het zadel
in het zand.
Wat kapot is kan heel worden,
wat ontwricht is, rechtgezet
wat stil staat weer gaan lopen
wat pijn doet
genezen worden.
Maar ook: wat heel is
kan kapot, wat stabiel is
omvallen, wat beweegt
tot stilstand komen, wat genezen is,
pijn blijven doen.
Een vader leeft voor
Leeft voort.
“Kijk,” zeg ik – en zet de fiets
op z’n kop.
“’T komt zo weer goed.”
Misschien is dát het:
een doosje meegeven
met bandenlichters, rubber,
een reserveventiel, een dopje,
lijm.
Weten
waar je naar toe wilt;
leren
dat snuiven geen oplossing biedt;
voorbereid zijn
op het onverwachte.
(2009)