Je was in slaap gevallen in de trein,
door een droom meegevoerd. Je schrikt wakker
en schrikt opnieuw als buiten
alles anders is dan verwacht: dubbele ontzetting!
Wat volgt is een daad van instinct:
alles bij elkaar grissen en springen
bij het eerste station…
Dit brengt je op plekken
waar je niet van had kunnen dromen.
Je balans ben je kwijt, je planning,
je paraplu, maar verder niets aan de hand.
Neergezet in het daar en nu rest er niks anders
dan een wandeling, een overpeinzing,
een herinnering aan sigaretten.
In de laatste trein, door vermoeidheid overmand,
schrok je eens wakker op een rangeerterrein
ergens achter Arnhem. Je voelde je
als een wachtpost, neergezet en vergeten –
de manschappen doorgetrokken,
het materieel achtergelaten,
de vijand merkbaar nabij.
En meegenomen door de slaap
ontging je ooit het opsplitsen van een trein.
Jij droomde door naar Rotterdam, het andere deel
ging naar Den Haag. Zo miste je een sollicitatiegesprek,
een baan, een loopbaan wellicht,
een verhuizing, een vriendschap, maar misschien ook ongeluk
– of ongelukkigheid.
Dagdromend in de trein
word je graag meegevoerd door de gedachte
dat er geen noodzaak is om uit te stappen.
Dat je in slaap valt en pas hoeft te ontwaken
in Parijs, zo rond het middaguur,
waar je dan meteen koers zet naar het Gare d’Orsay
om Monet’s Le Pont du chemin de fer à Argenteuil te zien.
Op een keer, toen je waakzaam was
sloeg de trein jouw station over, de machinist
was er even niet bij. Gelukkig maar,
zo miste je een kaal perron, wind,
lintbebouwing, vlekkerige wolken
en weilanden in het schemerduister, uitwaaierend
tot aan helverlichte tuinbouwkassen aan de horizon.
Naast je in de wagon zit nu
een jonge man met gesloten ogen. Wat doe je?
Een station nadert, de trein mindert vaart,
mensen pakken hun spullen.
Kuch je? Schud je hem voorzichtig wakker?
Of laat je hem zijn bestemming
ongestoord tegemoet gaan?
(2013)