Hij spiedde wat af, leidde een loerend bestaan,
was altijd op zoek naar voorboden
– een vaag signaal.
Begon er houtrot in het dak? Schemerde er migraine?
Kon hij vermoeden dat ineens
de treinen niet zouden rijden?
Vaak hield hij als een hond
zijn oren naar voren. Hij leefde als een persoonsbeveiliger
wilde tellen voor twee.
Het weer bevestigde hem erin dat alles
zich aankondigt. Wolken die samentrekken,
wind die opsteekt, gerommel in de verte.
De kunst van het leven, meende hij,
is alert te zijn. Bij geen enkele muzieknoot
een voorteken te missen.
Op een dag koopt hij voor € 444,-
aan materialen in de bouwmarkt. Bij het afrekenen
kijkt hij op zijn mobiel en ziet: het is 14:44u.
(2024)