Op zolder
hoor je de sneeuw,
ze dempt
wat zich voordoet,
verandert de frequenties.
Vanuit het dakraam
zie je wat bedekt is,
wat zich heeft neergelegd,
wat vervat is
in het moment.
Onder het dak
hoor je een vogel in de goot,
een buurman die hout hakt,
sneeuw die zich overgeeft,
van het dak schuift.
Je steekt een kaars aan,
gespitst op alles.
(2010)