Globe

In de haven van Rotterdam
ligt een schip met blauwe containers.
Daarin: duizenden sneeuwbollen
bestemd voor Holland.

Het eerste œuf de verre was te zien
op de Wereldtentoonstelling van 1878.
nu gaan de snowglobes, de Schneekugel en de schudbollen
vanuit China en gros de wereld over.

Vroeger waren de bollen van glas,
werd de sneeuw gemaakt van botsplinters,
stukjes porselein, zand, zaagsel,
niet-oplosbare zeepvlokken.

Nu zijn de bollen van plastic,
de glitters van plastic
en zit er antivries in het water
ook om het dalen van de sneeuw te vertragen.

Het bedrijf Blue Shipping
werd door een Rotterdammer naar de beurs gebracht;
de man ving daarvoor 650 miljoen
en belegde het in Aziatische kunst.

In Giethoorn koopt een Chinees gezin
een bol waarin een kikker op een blad zit,
onbeweeglijk
onder alle beroering.

Een leraar legt uit: de geest
is een glas troebel water;
als je mediteert zakt het zand
en wordt het water helder.

Bij de veiligheidscontrole
moet het Chinese meisje
haar kikker weer inleveren:
het is snowglobes niet toegestaan te vliegen.

Achter de securitydesk
worden alle liquide middelen verzameld en
voor recycling weggevoerd
in een blauwe container.

 

(2014)

Verwachtingen

Je scheert je, trekt een schoon shirt aan,
hebt grote verwachtingen: vandaag
kan iets jouw kant op rollen, iets

je toevallen. Maar de dag verstrijkt,
je drinkt koffie, schrijft, telefoneert, eet een appel
en niets gebeurt.

Als je daarentegen maar wat
aanrommelt, naar een winkel fietst,
in de file staat, kan je leven

totaal veranderen:
ergens valt iets voor,
ergens wordt iets besloten,

ergens wordt een bericht verstuurd.
Daarna is het gebeurd,
is niets meer hetzelfde: iets

is gewijzigd, iets
is onherroepelijk geworden, iemand
komt niet meer terug.

(2014)

Herlezen

Anders dan een roman
laat een gedicht zich makkelijk herlezen.
Op het terras, in de trein, ‘s avonds
voor het slapen koester je wederom
die woordkeus, die typering, dat beeld.

Meer echter dan bepaalde formuleringen
zoek je de sfeer van de eerste keer; het gevoel
dat je toen had, degene
die je toen was. Je zoekt een stemming,
die je onderweg bent kwijtgeraakt.

Soms vind je het terug:
hoe je dacht toen je Pessoa voor het eerst las,
met wie je was toen je Prévert spelde,
waar je woonde toen je Pasternak
aan je zijde wist.

(2015)

Lof der traagheid

Je hebt moeilijke woorden, rare woorden,

lelijke woorden. Een mooi woord

is bezonkenheid.

 

Het is de traagheid omarmen, beseffen

dat alles toeval en onvoorspelbaarheid is,

dat terughoudendheid een deugd is.

 

Het is de schoonheid van het compromis kennen,

weten dat scherpe randen gevijld moeten worden,

snerpende geluiden gedempt.

 

Het is verscheidenheid erkennen

en ondanks de onbeweeglijkheid van ieders positie

toch tot handelen komen.

 

Het is weten dat bij problemen de oplossing

nooit binnen handbereik is.

Dat we ons kunnen vergissen.

 

Laten we daarom de tijd nemen, dralen, dubben, voortmodderen,

dingen op zijn beloop laten, meesters

van de kleine beweging zijn.

 

We kunnen maar beter traag zijn,

de prudentie koesteren. Idealen zijn mateloos,

maar politiek & poëzie vergen begrenzing.

 

Maakbaar is ieder gedicht,

maar niet ieder gedicht valt te lezen.

Traagheid is nodig om ruimte te laten.

 

Noem het: gedoseerde onverschilligheid.

Noem het: moed tot onmacht.

Noem het: vrij laten.

 

(2014)

 

Waar alles blijft

Hoe de dingen verdwijnen.

Niet alleen je paraplu, je zonnebril, je hamer,

maar ook wat dierbaarder is.

 

Een bal raakt zoek, een vulpen, een foto,

een fiets verdwijnt, een boom wordt geveld.

Zo voltrekt zich het leven.

 

Ergens in het vorige millennium

raakten we het wasbord kwijt, de mattenklopper,

de wollen sokken. “Blij toe!”, dachten we.

 

En ook verdween de bakelieten telefoon,

de telefooncel, het telefoonboek, de transistorradio

en echte zakdoeken om dat te betreuren.

 

Plotseling deden we het zonder typemachine,

carbonpapier, steno, typekamer, koffiejuffrouw,

en het verfomfaaide stratenboek in het dashboardkastje.

 

Wat verdwijnt, verdwijnt meestal geruisloos. We missen het pas

als het er niet meer is: houten speelgoed, liefdesbrieven,

de chemische fotografie.

 

En dan wat we morgen kwijt kunnen zijn:

het handschrift, de spelling, de sigaret, het horloge,

het bankbiljet, de kassa, de krant, de bibliotheek.

 

Alles gaat voort.

Alles hoopt zich op.

Alles blijft achter.

 

 

(2014)

Het verstrijken

Een student wast de handen
en ziet wat hij met een marker op z’n spiegel heeft geschreven:
WACHTEN…

Een oude vrouw staat iedere nacht op,
kleedt zich aan. “Ik wil naar vader,” zegt ze.
“Ik wil naar huis”.

Een tiener kijkt tv,
luistert Spotify met oortjes in, maakt huiswerk,
appt met vriendinnen.

Een beoefenaar zit op een kussen en zegt:
er gebeurt alleen nu al zoveel
waaraan ik mijn handen vol heb.

Een kat ligt
onder een vlinderstruik, loert
de snorharen trillend.

(2014)

Peniche, Portugal

Op een strandje staat een gegroefde man,
klein postuur en grote oren
onder een versleten pet.

Hij ziet de golven om de rotsen spoelen:
op die plek zijn ze al miljoenen jaren
geen moment hetzelfde.

Op de hoge kust spot hij een sportvisser
in gendarmevest. Tien meter lager, op een badlaken
diens vrouw in bikini.

Door de hitte is alles heviger.
In de korte tijd tussen twee golven
ruikt hij de pekelgeur van het zeewier.

Verderop: de gevangenis.
Alvaro Cunhal1) die er acht jaar in een isoleercel zat:
tekenend, schrijvend, studerend.

Op een winternacht in 1960 klom Cunhal met tien anderen
langs aaneengeknoopte lakens naar buiten.
Hij zag het!

Later verklaarde het regime
dat een Russische onderzeeër de guerrilla’s had opgepikt.
Bullshit!

Korrels zand plakken aan zijn been, zie daar wat hem drijft.
Zij waren er eerder dan hij.
Zij zullen er altijd zijn.

Vanavond, zo weet hij,
komt de nevel op en huilt op de kaap, voorbij de vuurtoren
de misthoorn.

 

(2014)

 

1) Alvaro Cunhal (1913-2005) was zoon van een advocaat. Sloot zich als 17-jarige aan bij de verboden Portugese communistische partij. Leidde het verzet van die partij tegen de dictatuur van Salazar. Zat bijna 35 jaar in de gevangenis of op onderduikadressen. Hield ook na de Anjerrevolutie van 1974 strak vast aan zijn communistische principes. Bleek op latere leeftijd de schrijver te zijn van verscheidene bestsellers onder het pseudoniem Manuel Tiago. Maakte ook pentekeningen en een vertaling van Shakespeare’s King Lear.

Eerste schooldag

De eerste dag van het nieuwe schooljaar.

Je kijkt uit het keukenraam, ziet haar vertrekken –

haar vriendinnen wachten om de hoek.

Ze zwaait. Uit de radio op het aanrecht

weerklinkt het journaal.

 

Je vond een grotere fiets,

controleerde de remmen, repareerde de lamp,

monteerde trappers met reflectoren,

schroefde het spatbord vast, plaatste het zadel

op exact de juiste hoogte.

 

Een paar jaar terug nog

fietste je elke ochtend een eindje mee. Eerst

tot aan het plein, later tot de laatste straathoek.

“Heb ik nog tandpasta aan m’n mond?”

was altijd haar ultieme vraag.

 

Gisteren poetste je het frame ook,

stelde de spaken, spande de ketting,

bracht snelbinders aan, pompte de banden,

controleerde de dynamo, de standaard

niet te vergeten.

 

Toen ze nog voorop jouw fiets zat,

in het Urban Black Exclusive Bobike-zitje,

fluisterde je verhalen in haar oor,

zong liedjes, bracht haar aan het lachen

door te bibberen met het stuur.

 

Het kan niet anders. Haar rode meisjesfiets

moet verkocht via Marktplaats. Aan de deur

zullen zich vaders melden die zullen zoeken

naar iets dat niet glimt, niet in orde is, niet werkt,

niet deugt.

 

Op de radio klinkt het journaal,

buiten betrekt het, trekt de zomer zich terug.

In oktober wordt het licht mooi,

de school ligt op een half uur fietsen,

de school ligt op een half uur fietsen.

 

(2014)

Utrecht, 23 juli 2014, 15:50 u. *)

Daar waar eens de Romeinse legerplaats was
onderga je met honderden het sonore geluid
van de Salvator, de grootste klok
van de toren.

Vijftig meter boven de straat
hangt hij in de klokkenzolder,
dik als de motor van een Boeing,
zwaar als een treinwagon.

Hij werd in 1505 gegoten,
toen Da Vinci zijn Mona Lisa schilderde,
Martin Luther toetrad tot het klooster,
de reisverslagen van Vespucci werden gepubliceerd.

Geert van Wou, fameus bronsgieter uit Kampen,
ontdekker van de samenhang tussen omvang en frequentie
bewapende de clerus met klokken en
de Hertog van Gelre met kanonnen.

Het donkere geluid van de Salvator
doet de geschiedenis in je buik trillen.
Ooit klonk hij bij de intocht van Karel de Vijfde
en het vertrek van Napoleon in 1808.

Op de rand van de klok staat: “Ik doe de Tempel,
de Marktplaats en de luchten dreunen,
de ijzige en onheilspellende duisternissen breng ik in beweging,
als ook de koude brengende winden.”

Vandaag is de klepel omkleed met leer
om de klank nog doffer te maken. Spookachtig
dringt het geluid door de straten,
de botten…

Zij waren reddeloos.

 

(2014)

 

*) Dag van nationale rouw ter herdenking van de slachtoffers van de crash van vlucht MH17 van Malaysia Airlines bij de Oost-Oekraïense stad Donetsk. Op deze dag kwamen de eerste stoffelijke overschotten van de slachtoffers aan in Nederland: 196 van de 298 inzittenden hadden de Nederlandse nationaliteit.

Dirk de Vroome (1925-1986) – een ballade

Domweg ongelukkig was hij

in de Dapperbuurt: kind van steuntrekkers:

zwarte kousen met een rood lint,

een stijve manchester broek, stinkend.

In de schoolpauzes gort met rozijnen.

 

Poging tot zelfmoord met zestien. Daarna:

de keuze voor een uniform. De SS

om “gauw kapot geschoten te worden.”

Maar in Duitsland voeren ze hem naar een ziekenhuis

wegens bedplassen.

 

Onhandelbaar, dwars, driftig, grof, grillig,

leugenachtig, meedogenloos,

bars.

Bij Hoogovens wordt hij ontslagen

als hij zijn chef wil wurgen.

 

Later: de geluidswagen als wapen.

Hij rijdt naar een fabriek,

roept op te staken tegen het grootkapitaal.

Hij stuurt een straat in en toetert,

foetert via de speakers een huisjesmelker uit.

 

Op zaterdagochtend “komen alleen mensen met een serieuze zaak.”

Dan is er spreekuur bij hem thuis: hij strijdt

tegen alles wat ruikt naar onrechtvaardigheid.

Vaak is praten op het stadhuis of een bezwaarschrift voldoende.

Bekwaam benut hij de woorden van anderen.

 

Geen bespreking overigens

zonder te dreigen: met juridische actie, Kamervragen,

het aanvragen van een krankzinnigheidsattest

Hij heeft het hart van een kind: snel beledigd en

snel weer getroost.

 

Als woorden niet baten acteert hij:

verkleed als gemeentewerker sluit hij het water af

bij een wethouder. Deze heeft bij een noodlijdend gezin

hetzelfde gedaan. Oog om oog,

tand om tand.

 

De burgemeester van Schinnen

krijgt telefoon van de secretaris-generaal

van Binnenlandse Zaken. Zo wordt opvang geregeld

voor woonwagenbewoners die niets hebben

zelfs geen stromend water.

 

Als in Maasbracht zigeunerkinderen

van school worden geweerd

komt op Paasdag een Haagse aalmoezenier

in de kerk een vurige preek houden:

“zijn jullie niet allen als christenen gedoopt?”

 

Een verslaggever van het Noordnederlands Persbureau

dringt in zwart kostuum binnen

bij een bijeenkomst van het NAVO-bondgenootschap,

verstoort de woordenstroom

van de secretaris-generaal.

 

Op het Waterlooplein koopt hij een uniform,

gaat naar Brunssum en spelt als Zweeds generaal,

de burgemeester voor diens verdiensten

een hondenpenning op. “De arbeider is ‘s avonds moe;

je moet hem op een andere manier aan het denken zetten”

 

Hij krijgt blaaskanker. Klaagt

zijn behandelaars aan wegens grove nalatigheid.

Op het einde wil De Vroome trouwen voor het altaar,

ook al bestrijdt hij de kerk. De Limburger zegt:

“alleen de dood kon hem het zwijgen opleggen”

 

(2014)