Zesendertig

 

Steeds dichter bij mezelf komen,

wakker worden als mijn tweejarige zoon

met open handen open ogen,

de mond vol van Nu.

 

Aan tien minuten genoeg hebben

voor de krant,

aan tien tellen voldoende

voor het beramen van de dag.

 

Alles in m’n buik voelen,

de ademhaling er voelen,

de spieren, de huid, de navel, het eten,

het ritme voelen.

 

Ergens binnengaan met beide voeten,

geluid laten golven naar de muren

en weer opvangen, de klankkast testen,

de ontvangst peilen.

 

De beste schoenen dragen,

steeds de grond voelen,

de tenen bewegen, ondergaan,

wat de zool ondergaat.

 

Alles ruiken wat er te ruiken valt,

alles zien wat er te zien valt,

alles meegeven aan de lippen.

 

Alles waarnemen wat ooit was.

 

Alle tijd hebben.

 

(1998)

Print Friendly, PDF & Email