Zonder paniek te leven

Zonder paniek te leven –

’s morgens geen wekker horen,

geen nieuwsberichten,

geen kind dat huilt,

geen luchtalarm…

 

Zonder paniek te bewegen

naar de spiegel in de badkamer,

naar de kleren in de kast

de schoenen in de hal,

de trein op het perron…

 

Niet gebeld worden,

niet geroepen worden,

niet van je bril beroofd worden.

Zonder paniek te leven door

te blijven waar je bent.

 

Weten dat je brood hebt

en beleg, dat je glas

halfvol is & de brievenbus

half leeg. Weten

dat je kunt pinnen,

kunt spreken, kunt rusten.

Weten dat je kunt vluchten.

Weten

dat je moeder nog leeft.

 

Zonder paniek te leven –

weten dat je tegen de honger kunt,

tegen een half leeg glas,

tegen brieven van instanties.

Weten dat je geen geld,

geen taal, geen bed

nodig hebt. Weten

dat vluchten geen zin heeft,

dat je alleen kunt zijn.

 

Te bellen, te roepen,

meester te zijn over het hier

en nu.

Zonder paniek te leven door

te weten waar je blijft.

 

De trein te kunnen missen,

je bril te kunnen verliezen,

je adres te kunnen vergeten

je originele gezicht

te kunnen bevatten.

 

Zonder paniek de wekker

te zetten, het nieuws

te vernemen, je kind

kunnen zoenen, het alarm

horen afgaan, je adem

laten stromen.

 

Zonder paniek te sterven.

 

(1996)

Print Friendly, PDF & Email