Signalen

“Ga maar lopen”, hoor je.

Woorden waarop je wachtte.

Je begint te bewegen,

armen, benen, sprintje.

Je aandacht is volledig bij jezelf.

Tien diepe, tien hoge.

Je denkt hoe lang nog,

hoeveel nog. Doet er vijf,

wacht op de onderbreking.

Niet denken maar doen. Rek & strek.

Je voelt honger, opwinding,

een droge mond. Nóg een sprintje.

Sokken optrekken, veters checken.

De eerste actie, daar gaat ’t om,

Het eerste contact. Je draait

met je hoofd zodat de nek,

draait met de romp zodat de rug,

draait met je heup, je enkels.

Opwarmen, oprekken,

oppeppen, Je wacht

op een sein, een teken.

Even huppelen, even

met de knieën omhoog.

Schouders los, schudden.

Slingeren. Uitblazen.

Hoe zit het met de tijd? Kan het uit?

Kan het? Zal het?

Het eerste contact,

daar draait het om. Scherp zijn,

fel zijn. In het ritme, het moment.

 

“Ga maar weer zitten,”

hoor je.

 

(2013)

Print Friendly, PDF & Email