Peniche, Portugal

Op een strandje staat een gegroefde man,
klein postuur en grote oren
onder een versleten pet.

Hij ziet de golven om de rotsen spoelen:
op die plek zijn ze al miljoenen jaren
geen moment hetzelfde.

Op de hoge kust spot hij een sportvisser
in gendarmevest. Tien meter lager, op een badlaken
diens vrouw in bikini.

Door de hitte is alles heviger.
In de korte tijd tussen twee golven
ruikt hij de pekelgeur van het zeewier.

Verderop: de gevangenis.
Alvaro Cunhal1) die er acht jaar in een isoleercel zat:
tekenend, schrijvend, studerend.

Op een winternacht in 1960 klom Cunhal met tien anderen
langs aaneengeknoopte lakens naar buiten.
Hij zag het!

Later verklaarde het regime
dat een Russische onderzeeër de guerrilla’s had opgepikt.
Bullshit!

Korrels zand plakken aan zijn been, zie daar wat hem drijft.
Zij waren er eerder dan hij.
Zij zullen er altijd zijn.

Vanavond, zo weet hij,
komt de nevel op en huilt op de kaap, voorbij de vuurtoren
de misthoorn.

 

(2014)

 

1) Alvaro Cunhal (1913-2005) was zoon van een advocaat. Sloot zich als 17-jarige aan bij de verboden Portugese communistische partij. Leidde het verzet van die partij tegen de dictatuur van Salazar. Zat bijna 35 jaar in de gevangenis of op onderduikadressen. Hield ook na de Anjerrevolutie van 1974 strak vast aan zijn communistische principes. Bleek op latere leeftijd de schrijver te zijn van verscheidene bestsellers onder het pseudoniem Manuel Tiago. Maakte ook pentekeningen en een vertaling van Shakespeare’s King Lear.

Print Friendly, PDF & Email