Dertien manieren van kijken naar Wallace Stevens

wallace-stevens

 

I

Kijk uit het raam;
de merel die in het park
zelfs geen merel is,
noch enig andere schaduw
van een vogel,
hoewel vliegend…

 

II

De boer keert altijd terug
naar zijn veld
want hij bezit niets anders.

Hij leert
van het geduld van de boom,
het ongeduld van het zaad.

Zijn ideeën
bewerken de zon, de maan,
de wolken, de wind.

 

III

Zoals een venster
bij René Magritte;
een schilderij op lucht
& wolken, een blik
op binnen & buiten.

Zoals een doek
van René Magritte;
een uitzicht op lucht
& wolken, een inzicht
in inhoud & vorm.

Zoals de verbeelding
van René Magritte;
niet vindend maar zoekend,
niet veronderstellend maar verkennend,
niet verzinnend maar ontdekkend.

Helderheid. Precisie
in het buitenste
binnen keren, het binnenste
buiten brengen
van een ordening.

Het met open ogen
bedenken van meeuwen,
schepen, stranden;
het met gesloten ogen
zien van de zee.

 

IV

Wie van oevers houdt
ziet een rivier,
wie van water houdt
ziet over zee…

De poëzie schommelt door
op iedere golfslag
de golf schommelt door
in nieuwere vorm.

 

V

Het gevoel
tijdens het lezen
of net daarna,
tijdens het verwonderen
of net daarna,
tijdens het net wel
of net niet hebben
van een vermoeden…

 

VI

Hoogspanningsmasten glimmen
boven strak, calvinistisch
landschap. Een zwaluw

neemt plaats in het golvend
schrift dat tussen hemel
en aarde staat gepend:

op het ritme van de wind
brengt hij bedachtzaam en schriel
een reisverhaal.

Hij begeleidt zichzelf
als plectrum wippend op de snaren
van de slaggitaar en zingt

van verre havens, warme landen,
bakenlijnen trillen
op de hartslag van de zee.

 

VII

Het vitale ritme in vaste strofen
het zekere ritme in strakke strofen
het precieze ritme in katachtige

strofen, de vierhoekige strofen
in ronde ritmen, de snorrende
ritmen in sluipende strofen…

 

VIII

Het geheugen ligt voorbeeldig
over eindeloos veel delen verspreid,
de deeltjes vormen de helften
van een illuster, harmonisch geheel.

de dans van de geest in de woorden
omvat de delen van de taal als geheel,
het dansen van het geheel in één woord
schudt een diepe herinnering wakker.

 

IX

Een stuiterend tafeltennis-
balletje: beeld van het brein
in actie.

Het moment van de hevigste
beweging is nagenoeg het moment
van de hardnekkigste stilstand.

 

X

De auteur danst zijn tijd –
de pen raakt vastere grond…

Niet als gevolg van kosmische wetten
maar door de geur van een zeldzame nacht…

 

XI

Een gezicht getekend
door het verzekerende leven,
een hoofd ingekleurd
door het onzekerende bestaan.

Boven de wenkbrauwen
hier en daar een rimpel,
zoals je een golf schetst,
een verre meeuw…

Gevolg van waterschade.

 

XII

Zorgvuldig componeren zij
in uren van contemplatie
een harmonieus patroon
van onevenwichtigheden.

De stellingen zijn vaak niet
zoals ze lijken; toren, loper,
paardensprong, wie kan zeker
zeggen wie er wint?

En wie kan raden wie er speelt
met wie, op het onzichtbare,
abstracte bord dat hier
verondersteld wordt?

In deze regels weerklinkt
enkel het klikken van stukken
op een mahoniehouten bord,
het zuchten van mannen

die schuilgaan in de schaduw
van een verre cederboom. De strijd
die zij nu eenmaal moeten strijden
laat zich verder niet beschrijven.

De beste zetten
verschijnen zelden op het bord…

 

XIII

Bij zijn begrafenis
ritselden bladeren
van boeken & biljetten
van nationaal allooi.

Een krant zuchtte
van beursnotities, fladderde
van poëziekritieken
en kwam nabij tot rust.

Een snaar
Trilde even – hoorbaar
of onhoorbaar –
van wind.

Woord voor woord
nam iets zijn plaats in…

 

(1988)

hc-wallace-stevens-walk-begins-picture-0216-20140215

“Among twenty snowy mountains, The only moving thing was the eye of the blackbird.” Dit eerste vers uit “Thirteen Ways of Looking At A Blackbird” staat op de eerste van dertien stenen die de route markeren tussen Wallace Stevens’ werkplek bij de the Hartford Accident and Indemnity Co. op Asylum Avenue in Hartford and zijn huis op Westerly Terrace in West End.

Print Friendly, PDF & Email