Over de schrijver

Ik ben geboren in Arnhem. Mijn vader komt uit een Nederlands-hervormd gezin uit Nieuw Vennep (Haarlemmermeer). Mijn moeder komt uit een katholiek gezin uit Arnhem. Haar vader was schilder bij de gemeente, aanvankelijk van rijtuigen, later van gemeentelijke objecten. Mijn grootmoeder werkte al jong in de fabriek: ’s morgens te voet naar de ENKA in Ede, ’s avonds weer terug. Later werd zij ouvreuse in de Arnhemse schouwburg, wat ze met veel plezier deed. 

Mijn jeugd bracht ik door in Presikhaaf, een jaren-zestig-wijk van Arnhem. We woonden aan de buitenkant van de gemeente en waren voor veel dingen georiënteerd op Velp en Rheden. De middelbare school doorliep ik aan de Thorbecke scholengemeenschap. Ik kwam voor het eerst in de ban van poëzie door het lezen van een beschouwing in de krant over de vertaling van de gedichten van Fernando Pessoa door de onvolprezen August Willemsen.

In 1984 gaf ik in eigen beheer een eerste dichtbundel uit (Een gezicht, in de wind verwaaid. Nijmegen, 1984). Daarna volgden er nog twee (Beschreven lichamen – bedrukte gezichten. Nijmegen 1985 en Sporen van afwezigheid, Arnhem, 1988), alsmede een boekje met korte verhalen (Een man, een stem, Utrecht 1992). Geleidelijk echter verflauwde de interesse in schrijven en publiceren. Het werk kreeg voorrang en de afgelopen decennia schreef ik per jaar soms vijf, soms één, soms geen enkel gedicht. Een gedicht als Weg van de poëzie is in dit opzicht kenmerkend. 
Wat nooit taande was het plezier in het lezen van poëzie. Favorieten zijn Borges, Drummond de Andrade, Enzensberger, Frost, Pasternak, Pessoa, Stevens, Szymborska, Vallejo, Valery. Met het lezen wakkerde na verloop van jaren ook de zin om zelf te schrijven weer aan. Sinds 2013 zet ik een selectie van mijn gedichten op deze site.

Inspiratie vind ik in het leven van alledag, overal en nergens. Ik probeer een vragend leven te leiden, wat wil zeggen: open te staan en de dingen te zien zoals ze zijn. Als zen-beoefenaar tracht ik het voortdurend stromen en wederzijds doordringen van het leven waar te nemen zonder me er al te zeer aan vast te klampen. Ik vind het belangrijk om te erkennen dat iedereen zijn eigen waarheid heeft. Wat we gemeenschappelijk hebben, is onze verscheidenheid. Zowel qua verschijningsvorm als qua gedragingen en opvattingen. Natuurlijk zoeken we naar dingen die ons verbinden. Maar ik probeer er voor te waken dat achter die zoektocht de wens schuilgaat dat de ander zo moet zijn als ik.